MAART 2016
JoHo is weer
terug bij Manjack Cay, na een paar dagen in Baker's Bay te hesbben gelegen.
Dit is
dezelfde baai waar we met onze fietsen niet mochten komen omdat je dan lid moet
zijn van de miljonairs-club. Maar met JoHo is het een ander verhaal, alle stranden
op de Bahamas zijn namelijk nog steeds publiekelijk toegankelijk. Dus wij met
onze bijboot naar de kant en zo raken we aan de praat met een van de mensen
die hier een huis hebben gehuurd. En deze New Yorker nodigt ons uit voor een
rondleiding, praatje en drankje. Helemaal geweldig, wat een extravagante luxe
daar.
Na al die luxe
daar ruilen we onze omgeving dus in voor het simpele leven van Manjack. Hier
is men druk bezig met leven en overleven, survival, onafhankelijk leven, zoiets.
Lesley en Bill verbouwen hun eigen groente en fruit, de kippen scharrelen er
de hele dag op los. Soms worden de kippen zelfs even aangehaald, waar ze zichtbaar
van genieten. Deze mensen zijn dus zoveel mogelijk zelfvoorzienend. Wij voelen
ons altijd erg thuis bij Bill en Lesley en het eiland is ook prachtig met de
door hun aangelegde wandelpaden en mooie strandjes.
Tussendoor varen we nog even op en neer naar Green Turtle Cay om onze laatste
Bahamian dollars op te maken en de vuilnis weg te brengen. Lopend genieten we
nog even van de rust van New Plymouth. Dit is voorlopig de laatste keer dat
we hier zijn, en of we ooit nog terug komen weten we nu nog niet.
Al met al is
JoHo langzaam op weg terug naar Amerika als we wat stabieler weer krijgen.
Dus, op 7 maart, na afscheid van Bill en Lesley hebben genomen zeilen we met
een flinke bries naar het noorden, naar Allans-Pensacola cay. Er liggen een
paar boten op anker waaronder de ons bekende motorboot Teamwork. Bill en Betty
Sue uit South Carolina kennen we van Manjack. Als JoHo goed en wel ligt komen
ze even hallo zeggen. Later praten we even bij aan boord JoHo. Ons doel hier
op Allans-Pensacola is om onze JoHo-scheepsbel in de herinnerings-boom op het
eiland te hangen. De oude koperen bel wordt door John bewerkt met een dremel.
Hij graveert de bootnaam, een schets van ons icoontje, onze namen en de jaartallen
dat we in de Bahamas zijn geweest. Trots op zijn werk laat hij de bel zien,
nu nog een plekje vinden waar we hem kunnen hangen. Na een korte wandeling zijn
we bij de boom. John is druk om een perfect plekje te zoeken en dat valt nog
niet mee. Uiteindelijk is hij tevreden. Als we vertrekken klingelt onze bel
er vrolijk op los.
Het weer ziet
er goed en stabiel uit voor de komende dagen, tijd om weer eens te verkassen.
Dit doen we op 10 maart. Het grootzeil wordt uitgegooid en zo zeilen we naar
Sale Cay en Mangrove Cay voor nacht-ankerplaatsen. Deze twee eilanden hebben
niets en aan land komen is een drama, dus gaan we er niet aan wal. Dan op 12
maart heel vroeg in de ochtend gaan we anker op. We moeten het namelijk zo plannen
dat JoHo bij de Indian cut, de West End ingang, met hoogwater aankomt. Dit smalle
kanaal komt uit in de Florida Strait en is erg ondiep. Onze timing is perfect
en in gedachte nemen we afscheid van de Bahamas.
Eenmaal in de de Florida Strait wordt het wat ruiger. De wind is goed, maar
wel wat meer dan verwacht en JoHo zeilt als een dolle. Onze berekening was rond
elven in de avond in West Palm Beach aan te komen. Dit wordt veel eerder en
als de US kustwacht ons niet voor een check-up had opgehouden zelfs nog eerder.
Helaas is het al wel donker als we de ingang van West Palm Beach binnen varen.
In de avond is dat altijd een verwarrend geheel met allemaal lichtjes aan wal.
Wat het nog vervelender maakt is dat ze aan het baggeren zijn. De baggerslangen
zijn nauwelijks verlicht en we moeten goed uitkijken in het donker. Tijd om
zo snel mogelijk ons anker op een goede plek te laten gaan, gelukkig kennen
we deze omgeving goed.
Na een nachtje
op anker bij de ingang gaan we verder op de Intracoastal Waterway naar de North
Lake Worth Lagoon. Dit is een mooie omsloten ankerplaats zo'n 5 nm verderop.
JoHo is weer terug in de States. Een paar dagen later komt de kustwacht bij
een boot voor ons een kijkje nemen. Blijkt dat er een doodzieke man op dit bootje
ligt. Na twee uurtjes bij het bootje te zijn geweest verlaat de kustwacht de
ankerplaats, zonder de schipper. Hij wil niet! Tja en wat moet je dan, hier
mogen de autoriteiten je niet zomaar dwingen.
Uiteindelijk wordt deze man toch van zijn bootje gehaald, de buurt (andere zeilboten
die hier permanent liggen) hebben zijn zoon gebeld. Fijn te weten dat hij nu
wordt behandeld in een ziekenhuis en hopelijk hersteld hij genoeg om weer terug
te keren naar zijn boot.
Vrijdag 18
maart fietsen we zo'n 15 miles naar de West Palm Beach bootshow. Vooral Megajachten.
John heeft gratis kaartjes geregeld.
We trekken onze nette kleren aan en vergapen ons aan al die extreem luxe motorjachten.
Het ene jacht is nog mooier en groter dan het andere. Bijna alle boten die hier
liggen zijn geregistreerd in Bikini op de Marshall eilanden in de Stille Oceaan.
Dat is zo'n belasting paradijsje voor grote-boot-bezitters. Het Nederlands bedrijf
Heesen Yachts uit Oss is ook vertegenwoordigd. John babbelt met de twee mannen
uit Nederland. Het is de eerste keer dat ze op deze bootshow staan. De verwachtingen
zijn hooggespannen bij de heren.
Na het gesprekje gaan we verder en we kiezen een 30-plus meter super-zeiljacht
om te bezichtigen. Alles gaat hier op afspraak en de vaste bemanning leidt ons
rond. Als deze boot verkocht wordt, is de bemanning bij de deal inbegrepen.
Erg mooi al die droom boten, maar wat zeggen ze ook al weer over mooie auto's
en vrouwen; prachtig om te zien maar je hebt er niets aan. En zo is het maar
net. Aan het eind van de dag gaan wij weer tevreden terug naar onze eigen droomboot.
Pasen is in
aantocht. Je ziet het aan en in de winkels. De dag voor pasen ben ik druk met
het beschilderen van de gekookte eieren met ons JoHo-logo. Als ik daarmee klaar
ben ga ik nog snel even naar de winkel, natuurlijk zonder John, voor de Peeps.
Dit zijn spekjes in de vorm van kippen, kuikens en haasjes. In Amerika echt
een begrip.
Op 1e paasdag dek ik onze tafel in de cockpit. De eieren, broodjes, aardbeien
met slagroom en natuurlijk de peeps worden van stal gehaald. Het is stralend
weer, wat een genot al dat lekkers aan boord van onze JoHo. Dit zijn de leuke
dingen.
In de middag gaan we op de fiets door Palm Beach Gardens Mall. Tot onze verbazing
is bijna allles gesloten. In Nederland is zoiets gewoon, maar dit is zo on-amerikaans
met hun 24-uurs economie. Uiteindelijk vinden we toch iets wat open is, de Barnes
en Noble. Deze luxe boekwinkel is een prachtige plek om de middag door te brengen.
Omringd door boeken en tijdschriften, lekker in de airco, het is namelijk erg
benauwd buiten. Wat mij verbaasd is de engels uitgave van twee Nederlandse tijdschriften,
de "Flow" en "Happinez". Altijd leuk om Nederland vertegenwoordigd
te zien in het buitenland.
Voor we het weten gaan we alweer op naar de volgende maand. Wanneer we weer een stukje noord varen weten we nog niet, maar eind april willen we in ieder geval ergens in de buurt van Indiantown zijn.